Heb je opmerkingen/vragen n.a.v. de toespraak over het thema ‘Liefde met een opdracht en waarschuwing’ of over het Bijbelgedeelte?
Het christelijk geloof is een geloof van paradoxen (schijnbare tegenstrijdigheden). Je ziet dat bij het spreken van Jezus over de verheerlijking van God de Vader en de Zoon, terwijl Hij gaat lijden.
Welke Bijbelse voorbeelden van paradoxen kun je geven?
Wat ervaar je zelf aan paradoxen in het geloof?
Hoe ga je daarmee om?
Jezus geeft een nieuw gebod: ‘… dat gij elkaar liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb…’
Wat zegt dit over de manier waarop je elkaar in de christelijke gemeente moet liefhebben?
Welke indirecte belofte ligt er ná het tonen van deze liefde? (vers 35)
Is op een christelijke manier moedig zijn hetzelfde als overmoedig?