Bijbeluur zondagmiddag
22 september 2024

Vragen n.a.v. Genesis 41:57                        

Serie Jozef: Meer dan genoeg!

BIJBELUUR 22 september 2024 

Genesis 41:53 - 42:17

53 Toen eindigden de zeven jaren des overvloeds, die in Egypte geweest was.
54 En de zeven jaren des hongers begonnen aan te komen, gelijk als Jozef gezegd had. En er was honger in al de landen; maar in gans Egypteland was brood. 55 Als nu gans Egypteland hongerde, riep het volk tot Farao om brood; en Farao zeide tot alle Egyptenaren: Gaat tot Jozef, doet wat hij u zegt. 56 Als dan honger over het ganse land was, zo opende Jozef alles, waarin iets was, en verkocht aan de Egyptenaren; want de honger werd sterk in Egypteland. 57 En alle landen kwamen in Egypte tot Jozef, om te kopen; want de honger was sterk in alle landen. 

1 Toen Jakob zag, dat er koren in Egypte was, zo zeide Jakob tot zijn zonen: Waarom ziet gij op elkander? 2 Voorts zeide hij: Ziet, ik heb gehoord, dat er koren in Egypte is; trekt daarhenen af, en koopt ons koren van daar, opdat wij leven en niet sterven. 3 Toen togen Jozefs tien broederen af, om koren uit Egypte te kopen. 4 Doch Benjamin, Jozefs broeder, zond Jakob niet met zijn broederen; want hij zeide: Opdat hem niet misschien het verderf ontmoete! 
5 Alzo kwamen Israëls zonen om te kopen onder degenen, die daar kwamen; want de honger was in het land Kanaän. 6 Jozef nu was regent over dat land; hij verkocht aan al het volk des lands; en Jozefs broederen kwamen, en bogen zich voor hem, met de aangezichten ter aarde. 
7 Als Jozef zijn broederen zag, zo kende hij hen; maar hij hield zich vreemd jegens hen, en sprak hard met hen, en zeide tot hen: Van waar komt gij? En zij zeiden: Uit het land Kanaän; om spijze te kopen. 8 Jozef dan kende zijn broederen; maar zij kenden hem niet. 9 Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had; en hij zeide tot hen: Gij zijt verspieders, gij zijt gekomen om te bezichtigen, waar het land bloot is. 10 En zij zeiden tot hem: Neen, mijn heer! maar uw knechten zijn gekomen, om spijze te kopen. 11 Wij allen zijn eens mans zonen; wij zijn vroom; uw knechten zijn geen verspieders. 12 En hij zeide tot hen: Neen, maar gij zijt gekomen, om te bezichtigen, waar het land bloot is. 
13 En zij zeiden: Wij, uw knechten, waren twaalf gebroeders, eens mans zonen, in het land Kanaän; en zie, de kleinste is heden bij onzen vader; doch de een is niet meer. 14 Toen zeide Jozef tot hen: Dat is het, wat ik tot u gesproken heb, zeggende: Gij zijt verspieders! 15 Hierin zult gij beproefd worden: zo waarlijk als Farao leeft! indien gij van hier zult uitgaan, tenzij dan, wanneer uw kleinste broeder herwaarts zal gekomen zijn! 16 Zendt een uit u, die uw broeder hale; maar weest gijlieden gevangen, en uw woorden zullen beproefd worden, of de waarheid bij u zij; en indien niet, zo waarlijk als Farao leeft, zo zijt gij verspieders! 17 En hij zette hen samen drie dagen in bewaring.

Vragen:

1. Heb je opmerkingen/vragen n.a.v. de toespraak over het thema ‘Meer dan genoeg!’ of over het Bijbelgedeelte? 

2. In Jozef mag je een type (voorbeeld) zien van Jezus.
- Welke rijke geestelijke les kun je daarom trekken uit Genesis 41:55?

3. Jozef houdt zich als een vreemde tegenover zijn broers. Hij spreekt hard tegen hen.
Er is geen vreugde zichtbaar over de vervulling van de dromen.
- Waarom zou Jozef op deze manier gehandeld hebben?
- Kun je hier ook een geestelijke les uit trekken?

 4. Wat is de functie van het geweten?
- Kijk naar de broers van Jozef hoe dit bij hen functioneert.
- Hoe ervaar je zelf of en wanneer je geweten spreekt?
- Ben je daar dankbaar voor of juist niet? Waarom wel/niet?

Meer lezen

Benieuw naar meer activiteiten?

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer

Sluiten